Welke zaken moet ik vastleggen?
Het mag duidelijk zijn dat een goed en duidelijk contract eventuele problemen in de toekomst kan weghalen. Maar wat moet er dan in een contract staan? De termen overeenkomst en contract gebruik ik door elkaar.
De wet zegt dat een overeenkomst tot stand komt door aanbod en een aanvaarding. Dat is geregeld in boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in artikel 217. De klant of cliënt moet simpel JA zeggen tegen jouw aanbod. Op zo’n moment aanvaardt jouw klant of cliënt de overeenkomst.
Het is verstandig om een overeenkomst op papier vast te leggen in verband met de kracht van het bewijsrecht. Daarnaast haalt een (goed) schriftelijk contract de meeste misstanden uit de weg.
Maar wat zet ik in een contract? Hieronder een aantal aandachtspunten op een rij:
De namen van partijen en de bevoegdheid van de ondertekenaar.
Wat is de rechtsgrond van de overeenkomst (bijvoorbeeld koop of huur)?
Welke prestaties worden van partijen over en weer verwacht?
Hebben partijen voldoende informatie over het product of de dienst?
Hoe en waar wordt er afgeleverd?
Hoe is het transport geregeld?
Welke garanties worden afgesproken?
Is er een bepaling opgenomen met betrekking tot overmacht?
Is er een schaderegeling opgenomen?
Op welk moment gaat het risico van schade of verlies van zaken over op de wederpartij?
Welke partij sluit een verzekering af?
Welke betalingstermijn wordt gehandhaafd en welke valuta?
Worden er zekerheidsrechten afgesloten zoals bijvoorbeeld een bankgarantie, een aanbetaling, borgstelling, vrijwaring of pand en hypotheek?
Welke sancties worden er vastgesteld bij niet-nakoming van de afspraken in het contract?
Hoe worden geschillen opgelost, bijvoorbeeld door mediation, arbitrage of via de rechter?
Welke rechter is bevoegd en welke rechtbank?
Hoe eindigt de overeenkomst?
Is er een rechtskeuze gemaakt, bijvoorbeeld Nederlands recht of het Weens Koopverdrag?
Zijn deze zaken geregeld in een overeenkomst dan bespaart dit een hoop tijd
mr. W.O. Dijkstra
Jurist contractenrecht